In een bibliografisch formaat wordt vastgelegd welke velden onderdeel kunnen uitmaken van een bibliografisch record, welke subvelden elk van de velden hebben, wat de kenmerken van de velden en subvelden zijn, enzovoort.
Nadat u deze AFO heeft gekzoen wordt een menu getoond:
De diverse onderdelen worden in de volgende paragrafen besproken.
Navigeer naar AFO 151 en vervolgens naar
Elk van deze formaten heeft een set van algemene kenmerken. Deze algemene kenmerken kunt u zien als u klikt op het pictogram
Deze algemene kenmerken kunt u wijzigen met het pictogram
In het dialoogvenster dat hieronder is afgebeeld kunt u de algemene kenmerken van het formaat wijzigen. In het algemeen is het overigens niet nodig dat te doen. Alleen als u een compleet eigen formaat gaat ontwerpen is dit natuurlijk wel van belang.
De betekenis van elk van deze velden is als volgt:
Kenmerk |
Betekenis |
Bron voor extra nummer in Acq |
Zie AFO 272 – Overige velden bestelling voor een uitleg van dit veld (veld kan hier niet gewijzigd worden, maar wordt gevuld wanneer u dit definieert in AFO 272) |
Bron voor uitgeversnummer in Acq |
Zie AFO 272 – Overige velden bestelling voor een uitleg van dit veld (veld kan hier niet gewijzigd worden, maar wordt gevuld wanneer u dit definieert in AFO 272) |
Aanmaak citaties – veld voor Nummering |
Zie AFO 367 – Diversen voor uitleg (veld kan hier niet gewijzigd worden, maar wordt gevuld wanneer u dit definieert in AFO 367) |
Aanmaak citaties – veld voor Titel |
Zie AFO 367 – Diversen voor uitleg (veld kan hier niet gewijzigd worden, maar wordt gevuld wanneer u dit definieert in AFO 367) |
Standaard authority list view |
De wijze waarop authority lists worden gepresenteerd. U kunt kiezen tussen allen de code, of de code en de verwoording. Voor meer informatie, kijk bij het hoofdstuk over Authorities |
Bron voor extern bestelnummer in Acq |
Zie AFO 272 – Overige velden bestelling voor een uitleg van dit veld (veld kan hier niet gewijzigd worden, maar wordt gevuld wanneer u dit definieert in AFO 272) |
Identificatie |
De naam van het formaat. Deze kunt u niet meer wijzigen nadat het formaat is gecreëerd. |
In gebruik / actief |
Een vinkje geeft aan dat het formaat kan worden gebruikt. Met een inactief formaat kunt u geen databases maken |
Formaat label |
De naam van het formaat zoals die in lijsten e.d. wordt gepresenteerd. Het label kunt u wel veranderen, i.t.t. tot de identificatie. |
Default taal van het formaat |
De taal die zal worden gehanteerd als catalogiseertaal in bepaalde gevallen waar niet specifiek een taal kan worden ingesteld. |
Talen die in het formaat gebruikt kunnen worden |
Vubis Smart ondersteunt meertalige velden; meertalige trefwoordvelden bijvoorbeeld. Hier stelt u in welke talen dat kunnen zijn. |
Verwoording van het formaat |
Een vrije tekst die het formaat omschrijft. |
Formaat van de identificatie op veldniveau |
Hier kunt u bepalen op welke manier de naamgeving van de velden plaatsvindt. De aanduiding in het voorbeeld (3N) betekent drie numerieke tekens (cijfers). |
Volgorde van de velden |
Dit kan worden gebruikt om een specifieke, verplichte veldvolgorde te bepalen voor het formaat. Deze volgorde wordt toegpast bij het opslaan van records, zelfs als het gebruikte template een andere volgorde is gedefinieerd. |
Technisch maximum voor herhaalbare velden |
Herhaalbare velden zijn in principe “oneindig” vaak herhaalbaar, maar in technische zin is er wel degelijk een maximum; dat maximum staat hier ingesteld. |
Formaat van de recordidentificatie |
Records in de database hebben een identificatie. Vaak is dat een nummer. Op welke wijze die identificatie plaatsvindt is hier ingesteld. Het voorbeeld (1.N) betekent 1 tot een oneindig aantal numerieke tekens: een getal dus. Als u hier zou invullen: 1.4N dan betekent dat, dat het aantal cijfers waarmee een record wordt geïdentificeerd maximaal 4 cijfers mag bevatten. U zou dus dan niet meer dan 9999 records kunnen invoeren, want 9999 is het hoogste getal waarmee een record kan worden geïdentificeerd. |
Formaat van de identificatie op subveldniveau |
De identificatie van de subvelden kunt u ook op vergelijkbare wijze bepalen als de identificatie van de velden. In het voorbeeld staat: 1AN wat betekent: 1 teken van het type alfanumeriek of numeriek. |